Verslag van de livestream LVSL cursusavond op maandag 11 januari 2021

Het Coronavirus veroorzaakt dat de LVSL geen cursus kan organiseren met gastsprekers. Joost Timp zou dat vanavond doen maar is nu niet mogelijk. Daarom verzorgt André van der Tuijn deze ingelaste cursus. Hij vertelt over de geschiedenis van de film, voorzien van beelden. En verder de opbouw van een film met shotlist en cameravoering.

De eerste stomme film in de bioscoop dateert uit 1895. Weliswaar zonder geluid maar vaak met muziek. Dat werd verzorgd door een piano of soms een orkestje. De eerste film is rond 1890 gemaakt. Door een serie foto’s achter elkaar te vertonen wordt de indruk gewekt van beweging. Zo worden van een rennend paard meerdere foto’s gemaakt door meerdere camera’s. Elke camera wordt geactiveerd zodra het paard op het touwtje trapt waaraan een camera is verbonden. Door de gemaakte foto’s achter elkaar te tonen ontstaat de illusie van beweging. Voor een ‘vloeiende’ beweging moeten dan wel 10 foto’s in één seconde worden getoond.

In 1889 werden foto’s op een celluloid tape vastgelegd en de sluitertijd gereduceerd. De eerste filmprojector (kinetoscoop) werd door Edison ontwikkeld. Hiermee kon één persoon naar een film kijken.

In 1910 verschenen de eerste bioscopen. Dat was de tijd van de stomme film omdat er nog geen geluid werd opgenomen. Naast de muziek die door een orkest werd gemaakt tijdens het vertonen van een film was er ook vaak een verteller. Die speelde een belangrijke rol bij de beoordeling door de kijkers.
Vanaf 1915 werden films gemaakt met een lengte van meer dan een uur.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog stortte de filmindustrie in Europa in, tot dan toe geregeerd door Frankrijk, Italië en Duitsland. Dat was de periode waarin Hollywood in opmars kwam. Door de komst van acteurs als Chaplin, Laurel en Hardy en anderen werd de film erg populair. Vanaf 1920 kon geluid aan films worden toegevoegd. Eerst door een grammofoonplaat synchroon af te spelen met de film. Later werd het geluid toegevoegd aan het filmmateriaal. Vanaf 1960 verschenen films in kleur. Deze werden met 32 mm negatieven gemaakt en konden zo op een groot scherm worden geprojecteerd. Computerbewerking van films ontstond rond 1990, zoals werken met een ‘green screen’.

Het vertonen van een gelaatsuitdrukking bij verschillende filmfragmenten kan heel verschillende emoties oproepen. Kuleshov experimenteerde met het achter elkaar zetten van verschillende beelden die daarmee verschillende emoties opriepen. Hij toonde steeds een fragment met vaste gelaatsuitdrukking gevolgd door een ander fragment. Hij liet zien dat dat bij de kijker steeds andere emoties opriep.

Snel wisselende beelden achter elkaar monteren was in die tijd niet gebruikelijk. Dat is tegenwoordig wel anders. Daarbij worden vaak verschillende camerastandpunten gebruikt, zoals totaalshot, mediumshot, close-up, over de schouder en point-of-view.

Opbouw van een film
Een shotlist toont een overzicht van gebeurtenissen in een film. Van elk shot wordt een beknopte beschrijving gegeven met cameravoering, lokatie enzovoort.
In 2016, toen we bij de LVSL in groepjes aan een project werkten, hebben we daarmee kennis gemaakt. Best nogal wat werk om een film te ‘ontwerpen’. André heeft voor vanavond filmmateriaal (Studiobinder) geselecteerd waarin het een en ander wordt getoond.

Framing
Dit is het uitdrukken van actie in een scene. Zo is een ‘singleframe één persoon in een frame zichtbaar. Bij een ‘two shot’ 2 personen en een strand vol met mensen heet een ‘crowd shot’.
Maar het begint een beetje te duizelen als je alle shots hoort in het filmpje (medium four shot, hybride four shot, dirty four shot, wide four shot enzovoort). In de Zuid-Koreaanse film Parasite worden deze shots uitgelegd. Allemaal wel professioneel.

Camerabeweging
Bij dit onderwerp worden talloze voorbeelden besproken van camerabeweging. Het gaat dan over pan, tilt, zoom, dolly in/out en zoom out/in, push in, pull out, tracking en trucking shots. Er komt heel wat kijken bij het maken van films. Zoom is een onnatuurlijke waarneming omdat het menselijk oog niet kan zoomen.

Aan het eind van deze keurig door André verzorgde cursusavond benadrukt hij nog eens dat “monteren begint bij het filmen”. En wil je een speelfilm maken, begin dan met een shotlist.

Wim Hofman