Nadat André de avond geopend heeft en zijn mededelingen heeft gedaan krijgen we de korte reportage te zien die Leo van Aubel heeft gemaakt van de overdracht van het (papieren) archief aan het regionaal archief Erfgoed Leiden en Omstreken. Dat gebeurde op 5 september en we zagen bestuursleden van de LVSL met enkele hoofden van het archief gezamenlijk samen zijn, handtekeningen zetten en uiteindelijk weer afscheid nemen. Op vragen uit de zaal verklaarde André dat het alleen ging om het papieren archief en dat dat nogal wat voeten in de aarde had gehad omdat Erfgoed Leiden bepaalde eisen had gesteld aan de staat van het archief. De films zijn niet mee overgegaan. Die houdt de LVSL nog in eigen beheer.
Voor de vertoning van de tweede film, de viering van het 100-jarig jubileum van de Leidse fotografieclub LAFV, legde André nog wat uit over het doel van deze sessie en de achtergronden van de film. Het was een moeilijke filmopdracht geweest om te moeten filmen in een grote zaal met plenaire presentaties en vervolgens nog andere sessies in kleinere zalen. In elke zaal moest een cameraman filmen en bij de instructies van de Stuurgroep van het reportageteam aan de cameramensen ging het volgens André niet goed. De cameramensen wisten niet altijd wat ze moesten doen. Hij concludeerde dat de LSVL misschien vaker ‘nee’ moest zeggen tegen verzoeken om een film in opdracht te maken.
Na de intro van de film zagen we fragmenten van de presentaties in een goed gevulde grote zaal, maar de fragmenten liepen niet altijd soepel in elkaar over en werden soms abrupt afgebroken. Zo kwam je niet echt in de film en miste je de beleving. In de pauze zagen we veel mensen rondlopen en dat is weer goed, want je ziet graag veel leden in een jubileumfilm. Daarna zagen we fragmenten van de workshops in de kleinere zalen en vervolgens besloot dagvoorzitter en fotograaf Sacha de Boer de dag met een bijdrage over haar eigen werk. Het was een vrij lange film en voordat we die gingen bespreken was er eerst even pauze.
Na de pauze zei André dat hij het geluid van de film erg slecht vond. Het was niet mogelijk geweest om de geluidsinstallatie van de zaal te gebruiken als bron van de audio en aan andere oplossingen was niet gedacht. Als noodoplossing was er nu een voice-over, die sprak over de sprekers heen.
Ook werd genoemd dat het beeld regelmatig aan de wazige kant was: dat zou liggen aan de steeds wisselende kleuren in de zaal en aan het achteraf digitaal inzoomen bij de montage. Het eerste kan je verhelpen door handmatige scherpstelling en het tweede door duidelijke opdrachten aan de cameramensen over de gewenste shotgroottes.
Ook lichtte André met het oog op de cameravoering de regel van derden toe aan de hand van voorbeelden uit de film. De regel van derden is een compositierichtlijn waarbij je onderwerp in het linker of rechter derde deel van een afbeelding wordt geplaatst, waardoor het overige twee derde deelmeer open blijft. Er zijn ook andere vormen van compositie, maar de regel van derden leidt meestal tot boeiende en goed ingedeelde opnamen.
Een ander camera-technisch probleem was dat van de onbedoelde camerabewegingen die we als amateur allemaal weleens maken. Je kunt die verbergen achter een insert, of in de oplossing van Hans Stauttener: “Als een shot niet goed is, dan gebruik ik het niet.” En volgens Arie de Ridder had er heel wat uit de film geschrapt kunnen worden, want: welk shot draagt bij aan het verhaal dat je wilt vertellen en welke overige shots kunnen dan weg?
Een van de cameramannen vond het jammer dat de door hem gefilmde presentatie in kleine stukjes was geknipt en daardoor te gefragmenteerd was om er goed van te kunnen genieten. Hij had liever een of twee passages in zijn geheel gezien zodat de presentatie beter uit de verf had kunnen komen.
Dan was er verschil van mening of mede-cameramensen bij dit soort opnames in beeld mogen komen of niet, maar je kunt je afvragen waarom niet, want je kon ze zien, maar het stoorde niet. Nico Schwering merkte op dat er over de as werd gegaan toen een van de sprekers om beurten eerst schuin van voren links en daarna schuin van voren van rechts werd gefilmd. André vond de shotcombinatie ook niet mooi, maar twijfelde of hier sprake was van een echte overtreding van de 180 graden regel. Het gaat er bij deze regel om dat je de kijker niet in verwarring brengt doordat het personage bij het tweede shot ineens de verkeerde kant opkijkt, maar daar was hier geen sprake van volgens André. De camera ging over de as, maar de spreker bleef nog steeds naar de luisteraars in de zaal kijken.
Dan kwam er nog de suggestie om derden te laten meewerken aan de montage, maar anderen vonden het beter om derden te ‘laten meekijken’ bij de montage.
Volgens André had de cameravoering het de editor ook niet makkelijk had gemaakt en daarom gaan de LVSL-leden binnenkort op maandagavond oefenen met de eigen camera.
Op de vraag hoe de film door de LAFV ontvangen is zei André dat hij de indruk had dat ze niet erg blij waren met het resultaat. Hij wil nog een keer een bijeenkomst met deze club organiseren en ze andere films van de LVSL laten zien, want zei André, er worden bij de LVSL ook mooie films gemaakt.
Jan van Wandelen