Het is maandagavond 8 september en we hebben vanavond Johan van den Adel te gast. Johan is zeker geen onbekende voor de LVSL. Hij weet erg veel van de diverse mogelijkheden van de hedendaagse camera’s. Een van zijn eerdere presentaties hier bij de LVSL ging over, zoals hij dat zelf noemt; het DNA van de camera,. In onze clubavond van 8 april j.l. vertelde Johan over de basisregels voor goede geluidsopnamen van m.n. amateurfilms. Vanavond doet hij deel 2 van zijn workshop, waarbij hij nog even in grote lijnen de hoofdpunten van deel 1 samenvat.  Net als van deel 1 heeft Johan ook van deze avond (deel2) een set hand outs’ die voor de leden beschikbaar komt. Dit verslag is dan ook een beknopte weergave van deze avond. 

Voorafgaand aan zijn inleiding komt Johan nog met een advies omtrent de aankoop van een nieuwe- of occasion-camera. Doe eerst wat testjes met de camera alvorens je de koop doet. Met name het objectief controleren is erg belangrijk.
Vervolgens gaat Johan verder met de samenvatting van deel 1. Omdat Filmamateurs/hobbyisten vaak alleen werken is er véél aandacht voor beeld maar minder voor geluid! Het geluid laat dan ook vaak te wensen over.
Je kunt het geluid van je camera op diverse manieren instellen. Automaat (bij niet veel ervaring en voor het gemak): Half-automaat (bij redelijke ervaring) en Handmatig (bij ‘veel  ervaring).  Vanavond gaat Johan uit van de camera in de stand automaat! Er zijn twee (bekabelings)geluidssystemen, het XLR systeem en de Mini Jack. Met XLR kunnen afstanden van honderden meters worden overbrugd terwijl microfoons via het Mini Jack systeem niet veel meer dan zo’n 6 a 10 meter aankunnen zonder dat er geluidskwaliteit verloren gaat; ofschoon draadloze apparatuur hierbij een goed hulpmiddel is. XLR wordt hoofdzakelijk gebruikt door professionele filmbedrijven zoals omroepinstellingen. Het Mini Jack systeem wordt meestal gebruikt door filmamateurs. 

In plaats van de camera-microfoon kan vaak beter een externe microfoon worden gebruikt.  Uitgangspunt hierbij is: plaats de microfoon zo dicht mogelijk bij de geluidsbron. De dasspeldmicrofoon en de richtmicrofoon zijn hiervoor geschikt. De dasspeld is erg handig. Er zijn er mét bedrading maar óók draadloos. De richtmicrofoon wordt vaak op de camera geplaatst met een antishock-systeem. De richtmicrofoon ook wel shotgun heeft als eigenschap dat hij vrijwel enkel ‘hoort’ wat de camera ziet! Als voorbeeld: het geluid van een auto zwakt heel snel af zodra de auto uit het beeld is gereden. Een belangrijke tip van Johan is om vooraf, maar ook tijdens de opnames het geluid steeds te controleren.  

Johan vertelt vervolgens hoe je bij geluidsopnames op drukke / rumoerige plaatsen een goede verhouding krijgt tussen set-noise (omgevingsgeluid) en de spraakopnames. Nog een tip van Johan: Voor het maken van een geslaagde excursie, bijvoorbeeld tijdens je vakantie, is het ‘uitlenen’ van een dasspeldmicrofoon aan een gids erg handig!
Tot slot geeft Johan nog eens een aantal belangrijke ‘vuist’regels voor optimaal filmgeluid: 

  • Werk altijd met een externe microfoon
  • Het geluid van de camera is ingesteld op (half) automaat
  • Controleer tijdens opnamen het geluid met je koptelefoon 
  • Plaats de microfoon altijd dichtbij de geluidsbron

Uitgebreidere informatie over deze avond is te lezen in de hand outs van Johan die worden toegestuurd. In december komt Johan bij ons terug om zijn verhaal over filmgeluid en alles wat daarbij hoort te vervolgen.
Het was weer een interessante en dus geslaagde avond! 

Jos Duijnhoven